maandag 20 juni 2016

KANT/WAL

Vier glazen bodems sprongen onder 
potten bramen uit- dik en paars 
als de plekken op mijn benen 
en even warm- plakt aan mij

wat als kind oneindig ver 
van huis altijd thuis zou zijn:

knotwilgen stomp en laag langs sloot en dras 
soppend gras en klei die eetbaar leek:
met stok en tak verrezen zo paleizen 
wolk voor wolk veroverd op de lucht.

Waar het gevaar van nooit meer 
huiswaarts keren groter was dan waar-
lieten wij de vrije loop wat uren later
toch weer tembaar bleek.

Zoet en warm schrijnen bij herhaling 
deze wonden: pleister ongewenst. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten